Voor het
laatst op werkreis voor LITINDO | 11 juli – 1 september 2018
Onze reis gaat zeven weken duren. Eerst blijven we een
week in Jakarta voor ontmoeting en overleg met onze uitgevers daar en voor
presentaties op enkele theologische hogescholen en in een paar kerken (er zijn
al afspraken gemaakt). En intussen hebben we, hoop ik, ook tijd genoeg om samen
herinneringen op te halen aan onze tijd in Jakarta (2000-2003). Daarna reizen
we door naar Surabaya voor een bezoek aan nog een uitgever. Drie van de nieuwe
boeken komen van deze uitgever.
Op Bali houden we een dag of wat vakantie. We logeren op
het adres waar we al sinds 1982 komen. Daarna gaan we de drie regio’s van onze
zusterkerken bezoeken. Eerst vliegen we naar Savoe en Soemba. Ik ben daar vorig
jaar net nog geweest, maar Atsje zou daar ook graag nog een keer naar toe gaan.
Op Savoe logeren we bij de jonge ds. Windi Kurung en zijn gezin. Hij is – en dat
is het vermelden waard – de eerste theoloog van onze zusterkerken die een boek
geschreven heeft: ik ga met hem overleggen over het vervolgtraject, zodat dit
boek binnenkort kan worden uitgegeven. Op Soemba hopen we het eerste LITINDO-literatuurcentrum
te zien dat daar net door LITINDO Australië is geopend: een studiezaal annex
bibliotheek en boekwinkel. Als deze formule aanslaat, willen ze ook zulke
centra openen bij de kerken op Papoea en Kalimantan Barat. In ieder geval, een
mooi initiatief.
Dan reizen we door naar Papoea. We blijven eerst een paar
dagen aan de kust, in Sentani. Maar ons hoofddoel is natuurlijk het binnenland:
Kouh, de vroegere hoofdpost van de Groninger zending. Daar werd op 10 augustus
1958 voor de eerste keer het Evangelie over redding door Christus aan de mensen
verteld. Dit jaar is dat 60 jaar geleden. Juist op die dag willen wij graag in
Kouh zijn om het jubileum mee te vieren en om de kerk daar het eerste exemplaar
aan te bieden van de gereviseerde herdruk van Elly Nieboers befaamde Rode Boekje, een van die vijf pas
uitgekomen nieuwe boeken. Dat boek – 365 bijbelvertellingen in het Indonesisch
zoals de Papoea ’s dat spreken – is een begrip, en Elly Nieboer, alias Ibu
Guru, niet minder. Kouh is ook de plek waar wijzelf in 1981 begonnen zijn. Daar
werden toen net voor het eerst ouderlingen aangesteld. Daarmee werd de gemeente
officieel zelfstandig. Aan mij de taak om hen daarin nog een tijdje te coachen.
Aan Kouh bewaren we goede herinneringen. Atsje en ik hadden daar allebei onze
eigen specifieke werkzaamheden, in de gemeente, in het dorp, en voor de zending
in het algemeen: Atsje deed de administratie, en regelde het radioverkeer en de
vliegerij van de MAF, en ik deed de gemeente van Kouh en Tirop en ging soms
naar Boma om les te geven aan de Bijbelschool.
Twee jaar lang hebben we in Kouh gewoond en gewerkt, om
daarna te verhuizen naar Yaniruma – aan de grens van het Korowai-gebied – en
drie jaar later naar Boma waar de theologische opleiding was gevestigd. In die
tijd hadden we maar weinig te zoeken in het hoofdzakelijk Rooms-katholieke
Tanah Merah en Merauke in het zuiden. Nu zijn dat grote steden geworden,
waarheen ook veel kerkleden zijn verhuisd voor werk of studie. Dus gaan we ook
enkele dagen in Tanah Merah rondkijken en misschien nog naar Merauke. Maar als
we nog een uitstapje naar Boma kunnen maken, kiezen we daarvoor. Per slot van
rekening hebben we daar ook zes jaar gewoond. Vanuit Kouh kun je daar
tegenwoordig met een jeep of motor in een uur of drie naar toe rijden. Wie
weet.
Van Papoea vliegen we in één dag via Jakarta naar
Kalimantan Barat (West-Borneo). In Bengkayang, het ‘Kampen’ van onze
zusterkerken daar, krijg ik het nog wel even flink druk. Niet alleen met
boekpresentaties, maar ook met preken, lesgeven aan de theologische school en
cursus geven aan de voorgangers. Dat laatste ‘evenemant’ staat gepland te
gebeuren op mijn verjaardag: ik kan op mijn eerste pensioendag dus niet de
handen in de schoot en de benen op tafel leggen, maar vier die dag samen met de
collega’s van de kerken op KalBar, vast onder het genot van een beste discussie
(want dat kunnen ze daar). Daar hopen we ook Marianus en Mariam met hun –
intussen al grote – kinderen Willy, Jessica en Jeunessa weer te zien. En als we
de kans krijgen, willen we ook Mila graag bezoeken. Vorig jaar is haar man,
Naftali Arung, overleden. Ook zij zijn geregeld in Onnen geweest. Mila woont nu
met de kinderen bij haar familie in Sintang, een uur of acht rijden vanuit
Bengkayang. Nogal een afstand, maar we zullen zien. Ook aan KalBar bewaren we goede
herinneringen. In onze Jakarta-jaren zijn we er meer dan eens geweest voor een
korte vakantie. Nou ja, vakantie. Ze weten je daar altijd wel te vinden voor
een of ander klusje. En dat vinden we allebei wel mooi ook.
Tenslotte gaan we terug naar Jakarta voor de laatste dingen
daar. Als er tijd is, gaan we nog maar een paar dagen uitpuffen in Salatiga op
Midden-Java, bij vrienden van de GKJTU-kerk daar. Op de helling van de vulkaan
Merbabu is het een stuk koeler dan in Jakarta. Daar kunnen we ons dan nog even
ontspannen, zodat we op 1 september niet al te afgepeigerd in Onnen terugkomen.
We hopen op een mooie afscheidsreis. Natuurlijk alles en
altijd onder het bekende voorbehoud: als
God wil. We bidden dat hij ons onderweg elke dag wil beschermen, en dat hij
ook goed blijft zorgen voor de lieve mensen die hier blijven, onze kinderen
Wemke en Jos, onze moeders-op-leeftijd en verdere familie en vrienden, en ook
de hele gemeente van Onnen. Het is zoals we vaak tegen elkaar zeggen: “Ga met
God en Hij zal met je zijn!”
Een mooie
vakantietijd gewenst. En tot weerziens in september.
Henk & Atsje
Hier begon het mee: een
Bijbel, een liedboek en het Rode Boekje. Dat was de complete bibliotheek van
een evangelist op Papoea. Het was in zekere zin de aanleiding voor de start
van LITINDO in 1991: zorgen voor goed studiemateriaal voor de evangelisten en
dominees in Indonesië. Want mensen gaan, maar boeken blijven. Wat een zegen:
er zijn in al die jaren van LITINDO (1991-2018) meer dan 50 boeken
geproduceerd. Maar eerlijk waar, het Rode Boekje van Elly Nieboer is nog
altijd een topper.
|