vrijdag 12 juni 2009

Seminar in context


Het seminar aan de Theologische Hogeschool 'Johannes Calvijn' in Kerobokan, Bali zit er alweer op. Vier dagen lang zijn we druk aan het werk geweest, ik als instructeur en de deelnemers als cursisten. Het ging steeds plezieriger (zoals vaak). In het begin kreeg ik weinig respons, maar dat veranderde gaandeweg. Men deed steeds meer mee en werd met de dag enthousiaster.


Het onderwerp was dus de methode van bijbelverklaring. Aan de hand van voorbeelden heb ik duidelijk gemaakt hoe het proces verloopt van bijbeltekst naar verklaring en vandaar naar preek/overdenking. Die methode heb ik in mijn boek KItab Suci - Untuk Kita! (De Heilige Schrift - voor ons!) gepresenteerd. Men is er wel achter gekomen dat bijbeluitleg een serieuze en verantwoordelijke bezigheid is die tijd kost (en dat mag ook: je bent niet voor niets prediker!), maar dan ook resultaat oplevert. Eerder deze week ging het over de vaststelling van de grenzen van de tekst en over de plaats van de tekst in het verband (context) en ook in de ontstaanssituatie. Vanmorgen ging het over de link van de tekst met Christus/verlossing en over de toepassing naar de tijd en het leven van vandaag: Gereformeerde exegese in de context van - zeg maar - Bali 2009. In groepjes van een man/vrouw of vier werd er eerst gepraat. Daarna gingen we met z'n allen aan de praat.


Na afloop heb ik eerst nog gegeten samen met docenten en stafleden. Daarna heb ik nog een gesprek gehad met een van de studenten, afkomstig van Oost-Sumba over de kerkelijke situatie daar en over de omgang van de kerk met de adat of cultuur. Dat is altijd een hot item. En op Sumba wel helemaal. Ik heb hem mijn visie daarop uitgelegd, die ik heb besproken in mijn boek Hidup Baru. Orang Kristen dalam konteks kebudayaan setempat (Nieuw leven. De christen in zijn plaatselijke culturele context). Hij hoopt zijn studie binnenkort af te ronden en dan terug te gaan naar Sumba. Volgens de planning zou ik volgend jaar naar Sumba moeten. Ik heb hem beloofd om hem dan te komen opzoeken. Hij woont ergens aan de weg van Waingapu naar Melolo.


Daarna heeft deze student mij op zijn brommer teruggebracht naar Kuta. Onderweg ook nog wat gepraat (of liever geschreeuwd) over: Kunnen we Bali vergelijken met Athene waar Paulus zoveel beelden en altaren zag? En hoe zit het met het eten van offervlees? Op de brommer kun je moeilijk zulke onderwerpen goed bespreken. Maar inderdaad, er zijn zeker overeenkomsten tussen Bali en Athene. En over het eten van offervlees is het laatste woord ook nog niet gezegd. Toen we in de file raakten werd praten helemaal onmogelijk. Veel lawaai en veel hitte. Als dank voor het brengen heb ik hem een exemplaar van Hidup Baru gegeven. Als hij dat nu eerst leest, dan kunnen we volgend jaar - DV - verdergaan met ons gesprek op de brommer.


Het wordt naar mijn gevoel met de dag drukker op Bali. Op mijn kamer heb ik er geen last van. Zo nu en dan begeef ik me even onder het volk. Om een krant te kopen, koffie te drinken of om te eten. Misschien ga ik morgen nog even het binnenland in naar de kampongs en de sawahs. Dat is pas echt Bali.



dinsdag 9 juni 2009

Johannes Calvijn op Bali

Zondagavond in Jakarta hoorde ik zowaar de tokeh, die groot uitgevoerde hagedis met zijn markante geluid. Bij Wisma PGI hoorde je hem wel vaker, maar het was me nog niet opgevallen. Hier op Bali, bij Yulia Beach Inn (YBI) in Kuta, hoor je hem geregeld. Evenals de tortelduiven die hier vrij rondvliegen.

Het is duidelijk vakantietijd. Het is druk in Kuta. Vooral veel Aussies. Ook bij YBI zijn heel wat kamers bezet. Tot mijn verrassing trof ik de familie Togeretz hier, precies naast mij. Vanmorgen zijn ze vertrokken naar Canada. Hun MAF-tijd in Papua zit erop. We hebben dus ook niet veel contact gehad.

Gistermiddag ben ik hier aangekomen. Als altijd logeer ik bij YBI in een ruime en koele kamer. En het bed is gelukkig een stuk beter dan dat in Wisma PGI. Het is nog wel even wennen aan eer een uur tijdsverschil (nu zes uur verschil met NL), maar ik heb prima geslapen. Vanmorgen ben ik begonnen op de STTJC, de Theologische Hogeschool 'Johannes Calvijn'. De afspraak was dat ik docenten zou instrueren over het gebruik van mijn boek 'Kitab Suci - Untuk Kita'. Daarin presenteer ik een methode voor het lezen, uitleggen en verkondigen van de bijbel. Maar behalve de docenten waren er ook enkele scriptie-studenten (laatste fase van de studie). Al met al zo'n 12 deelnemers (m/v). Het boek was, zoals afgesproken, van te voren uitgedeeld, met de bedoeling dat ik meteen kon beginnen met mijn instructies. Sommigen hadden het boek gelezen, maar de meesten nog niet. Daardoor moest ik eerst toch nog een introductie geven in het boek zelf. Dat verliep overigens heel plezierig. Daar ging de hele morgen mee heen, van 9 tot half één. Het viel me wel op dat de aanwezigen goed thuis zijn in de bijbel. Wat wil je ook anders op een gereformeerde opleiding die aansluit bij Calvijns 'Sola Scriptura'. Voor vanmiddag en -avond hebben ze de opdracht gekregen om het boek grondig door te nemen. Morgen gaan we dan aan het werk met de methode zelf.

Het is volgens mijn eigen berekening de vijfde keer dat ik les geef op de STTJC. Een paar van de deelnemers kennen mij al van de eerste keer dat ik kwam, eind jaren negentig. Toen zaten ze nog op een andere locatie, herinner ik me.

De chauffeur van de Blue Bird-taxi die me vanmiddag terugbrachgt heeft beloofd om mij morgenvroeg op te halen. Dat is gemakkelijk. Hij weet waar hij moet zijn. De Jalan Muding Indah in Kerobokan is niet zo gemakkelijk te vinden. Als je in de buurt komt, zie je de school al van verre staan. Niet zo prominent als de kathedraal van Stephen Tong in Jakarta. Die is haast te vergelijken met de moskee en de RK-kathedraal daar. Hoe heeft hij het voor elkaar gekregen, vraag ik me af. De STTJC doet het wat bescheidener. Maar niet minder duidelijk. De naam staat er goed leesbaar op.

maandag 8 juni 2009

Relaties

Westerlingen zijn heel zakelijk ingesteld. Bij partnerrelaties gaat het vooral om de contracten, om het opvolgen van de gemaakte afspraken en de secure rapportage daarover. In andere culturen, waaronder die in Indonesia, staan de persoonlijke contacten op de voorgrond: je wordt eerst vrienden en dan ga je samenwerken. De bevestiging van die contacten is dan ook veel belangrijker dan alle andere zaken. Lees hierover maar het bijzonder instructieve boek van Hofstede, Allemaal andersdenkenden.

De gesprekken met uitgevers en vertalers zijn geen gezellige onderonsjes, al vraag je eerst altijd naar de gezondheid en de gezinssituatie en kom je pas daarna te praten over de stand van zaken met betrekking tot de verkoopcijfers van een boek of het stadium van de vertaling van een boek. Eerder vorige week was ik al bij de uitgevers Bina Kasih en BPK geweest. Zaterdag en zondag heb ik de vertalers een bezoek gebracht. Een bezoek aan goede vrienden die hart voor LITINDO hebben en LITINDO voor hen.
 
De nestor onder de vertalers is Ibu A in Bekasi Barat. Zij is intussen op hoge leeftijd maar leverde tot voor kort elke twee maanden de vertaling van een aantal hoofdstukken. Onlangs is zij ziek geworden. Door haar suikerziekte en bloedarmoede moest ze worden opgenomen in het ziekenhuis. Intussen is ze weer thuis, maar erg verzwakt. Of zij nog weer vertaalwerk kan doen, is op dit moment onzeker. We hopen uiteraard dat ze weer mag aansterken en nog een tijd van leven krijgt. Maar, zei ze, ze is "gereed om naar de Heer te gaan op het moment dat Hij mij wil hebben." 
 
Ibu W en Ibu M wonen allebei in Zuid-Oost-Jakarta / Bekasi Barat, samen met hun gezin. Hun echtgenoten hebben aan de TU van de GKV in Kampen gestudeerd en daar hun M.Th-titel behaald. Intussen zijn ze alweer anderhalf jaar terug in Jakarta en weer volop bezig voor de STT SETIA. Ze hebben allebei een hoge positie en helpen mee om de school verder te ontwikkelen. De dames hebben de zorg voor hun gezinnen - allebei drie kinderen - maar kunnen daarnaast ook vertaalwerk doen voor LITINDO. Dat geeft meteen ook wat extra inkomsten. Die zijn uiteraard heel welkom, want de salarissen zijn niet voldoende om rond te komen. Ibu W is klaar met de vertaling van het boek van Inge Oostdijk, Zeg je 't mee in geloof en Ibu M met de vertaling van Egbert Brinks boek Het Woord Vooraf. Ze hebben allebei een nieuwe vertaalopdracht gekregen. Bovendien gaat Ibu M aan het werk met het bewerken van een aantal voor uitgave in aanmerking komende scripties. Zij heeft LITINDO onlangs ook vertegenwoordigd op de jubileumviering van uitgeverij Bina Kasih. Eigenlijk zouden beide dames nog wat verder geschoold moeten worden in het vertaalwerk, maar het valt niet mee om dat te regelen. Misschien is een voortgezette cursus Nederlands aan het Erasmushuis in Jakarta nog een optie, bedenk ik nu.
 
LITINDO is ook naarstig op zoek naar een hoofdagent cq vertegenwoordiger in Indonesia. Zo iemand kan veel vlotter werken dan de schrijvers vanuit Nederland. Veel zaken moeten wachten tot er weer een van de schrijvers op werkreis gaat. Hopelijk komt ook dit voor elkaar. We zijn heel blij met het werk van de vertalers. Intussen zijn er al heel wat LITINDO-boeken verschenen. Die vinden hun weg door heel Indonesia.
 
Ik was ook te gast bij mijn opvolger en zijn gezin. Zij zitten hier intussen al twee keer zolang als wij destijds: zes jaar. Ze hebben het geweldig druk met allerlei werkzaamheden, maar hebben het best naar de zin in Jakarta en willen graag nog enkele jaren blijven. Als dat zou kunnen. Mijn collega is heel positief over de ontwikkelingen op SETIA, mee door de inzet van de al genoemde broeders. Het M.Div-project verloopt ook goed. Onlangs heeft er een evaluatie plaatsgevonden. Het werk gaat door. SETIA verkeert in moeilijke omstandigheden als het gaat om de huisvesting. Maar als het om de opleidingen gaat en het werk van staf en docenten, dan is SETIA werkelijk springlevend. Mooi om te horen en te zien.
 
Het werk in Jakarta zit er voor mij nu eerst op. Op naar Bali.
 
TIP: Kijk ook eens op de vernieuwde website van LITINDO: www.litindo.org

vrijdag 5 juni 2009

SETIA in stukken

Gisteren ben ik al op de locatie Kwitang geweest. Daar is de M.Div-opleiding gesitueerd en ook het kantoor van de aan SETIA gerelateerde GKSI-kerken. Vandaag heb ik een rondrit gemaakt langs de drie andere locaties waar SETIA momenteel bivakkeert: het tentenkamp in Cibubur (ten zuiden van Jakarta), de transmigratiebarakken in Kali Malang (Oost-Jakarta) en het voormalig stadskantoor in Grogol (aan de zuidelijke tolweg richting luchthaven, ongeveer tegenover Taman Anggrek). Ik zou om acht uur worden opgehaald. Dat zou met het bekende Indonesische kwartiertje wel wat later worden. Maar al voor half acht reed de auto voor. Gelukkig kreeg ik alle kans om eerst mijn ontbijt fatsoenlijk af te maken.

De rit naar Cibubur duurde niet lang. Zoals gewoonlijk stond de tolweg naar het Noorden propvol. Wij moesten naar het Zuiden en dat ging vlot. Al voor negen uur reden we, meteen bij de uitrit van de tolweg, het tentenkamp binnen. Gelukkig is het de laatste dagen droog gebleven, zodat alles goed begaanbaar was. Bij regen verandert alles in een modderige, spekgladde brij. Ik ben het tentenkamp doorgelopen en kwam uiteindelijk terecht in het 'kantoor' waar enkele stafleden aan een tafeltje hun werk deden, midden tussen de zakken rijst en plastic bakken met kleren en archiefstukken. Inderdaad behelpen, bivakkeren. Al zijn ze er aardig aan gewend, dit moet niet te lang duren. In het midden is een soort van aula gecreeerd. En er staat ook een speciale tent voor de scriptie-examens is vorige week gehouden zijn. Ja, alles gaat door. Deze toestand van langkamperen maakte diepe indruk op me. Maar evenzo de wil en ook de opgewektheid om vol te houden. Er wordt les gegeven, er worden examens afgenomen, er worden voorbereidingen getroffen voor het aannemen van nieuwe studenten enzovoort.

Aan mij de eer om de studenten toe te spreken, allen van de hogere semesters theologie en opleiding godsdienstleraren. Hoe kan het ook anders op SETIA? Je laat je gezicht zien en meteen weten ze je te strikken voor een toespraak, seminar of preek. Ik heb gesproken over Pinksteren en over de opdracht om te (blijven) getuigen. Ik had mijn Pinksterpreek van afgelopen zondag nog aardig in mijn hoofd en kon die mooi gebruiken: waarom werd de Geest niet meteen bij Jezus' hemelvaart uitgestort, maar moesten de leerlingen nog 10 dagen wachten? Omdat God de Geest koppelt aan het Zeven Weken/Pinksterfeest: dankfeest voor de graanoogst en tegelijk de herdenking van de verbondsvernieuwing op de Sinai (let op de tekenen die toen plaatsvonden, Ex. 19-20). Na mijn 'gastles' vraagt een van de studenten nog naar het teken van de taal op de Pinksterdag. Die brengt hij terecht in verband met de spraakverwarring in Babel (Gen. 11). Toen ging God een smalle weg met één volk (zonder overigens de andere volken uit te sluiten al liet hij ze hun eigen wegen gaan), maar op Pinksteren kwam de doorbraak naar alle talen en volken.

En toen was er koffie ("Kopi pahit, ya Paheng?") en pisang goreng. En tijd voor nog een praatje met verschillende stafleden. Maar niet zo lang want de chauffeur stond alweer klaar om te vertrekken. We moesten weg wilden we voor twaalf uur bij de locatie in Kali Malang zijn. We reden over de nieuwe tolweg richting Bekasi en kwamen zo vlot in Kali Malang. Alleen het laatste stukje was er even file, maar we arriveerden mooi op tijd bij de barakken waar de studenten van de opleiding ziekenverzorging gehuisvest waren. Opnieuw een goed weerzien met oude bekenden. En ook hier werd van mij een opbeurende bijbelwoord verwacht. In verband met de setting koos ik nu een van Jezus' genezingswonderen: de reiniging van een melaatse (Mat. 8:1-4). "Kunnen jullie een melaatse reinigen?" (In het Indonesisch zijn de woorden voor ritueel reinigen en schoonmaken heel verschillend). Het werd weer een heel verhaal, maar gefocust op dat woord 'reinigen': melaatsheid als symbool van de zonde. Jezus, die de melaatse aanraakt, wordt zelf onrein. Hij neemt onze 'melaatsheid' over, wordt zelfs 'zonde' (zegt Paulus in 2 Kor. 5). Bijzonder dat tegelijkertijd in de moskee op het complex de imam zijn wekelijkse preek hield. Ik hoorde hem het woord 'rakhmat' (genade) gebruiken. Over genade gesproken!

Daarna stond de maaltijd klaar: rijst met soep, groente, tempe en mie. Dat smaakte voortreffelijk. En intussen bijgepraat met de aanwezige stafleden. Dit onderkomen was toch een stuk mooier en beter dan dat tentenkamp in Cibubur. Toch wordt dat zo'n beetje als 'hoofdvestiging' beschouwd. Het is daar ook het rustigst.

We vertrokken richting Grogol, weer over de tolweg. En nu hadden we wel behoorlijk last van files. Bij Taman Anggrek verlieten we de tolweg en bij een keerplek verderop gingen we aan de andere kant van de tolweg terug en bereikten het verlaten en zeer vervallen stadskantoor van Grogol. Wat mij betreft was dit het ergste: kapotte trappen, stinkende riolen, brak water. Hier bivakkeren de studenten van de 'pedagogische academie' (PGSD) en van het eerste jaar theologie in armzalige omstandigheden. Ook de bibliotheek is hier gevestigd. Aan de andere kant wel weer een mooie ruime aula. Ook hier mocht ik weer het woord voeren. Ik koos nu voor een toepasselijke tekst uit het OT: de drijvende bijl in 2 Kon. 6. Het gaat in dat verhaal helemaal niet om die bijl, maar om de kwestie dat door het ongeluk met die bijl de voorgenomen bouw van een groter onderkomen in gevaar komt. Er kan zomaar iets gebeuren waardoor je plannen in de war raken. Een oplossing is er niet altijd, maar je mag wel zeker weten dat God zijn plannen uitvoert, hoe dan ook.

Nog even napraten met enkele goede bekenden. En toen ging het weer op 'huis' aan. Dat duurde nogal even. Om kwart voor zes was ik weer terug op mijn hotelkamer. Zoals gezegd, ik was onder de indruk van de ellendige omstandigheden waarin SETIA verkeert, maar evenzeer van de moed en de wil om door te gaan. Tuhan memberkati SETIA! De Heer zegene SETIA!

donderdag 4 juni 2009

Aan de slag in Jakarta

Waar blijft de tijd? De eerste twee dagen in Jakarta zijn om voor ik het weet. Dat zal wel meekomen van de jetlag waardoor ik nog steeds niet op regel ben. Hoewel, ik heb wel een normale nachtrust gehad.
 
De reis naar Jakarta, met een Boeing 'Triple Seven' (777), verliep precies volgens schema. Ik reisde samen met Gerrit de Graaf die als aio onderzoek doet naar de geschiedenis van het zendingswerk van de GKV op Papua. Het was hier en daar behoorlijk turbulent, maar dat leverde geen vertraging op. Tussen de dutjes door heb ik achterin het vliegtuig een tijdje staan kletsen met een van de stewards, woonachtig in Heerenveen. In Kuala Lumpur mochten we een halfuurtje de benen strekken. De vlucht naar Jakarta duurde nog anderhalf uur. Om vijf uur landden we op Soekarno-Hatta, de luchthaven van Jakarta. Daar nam ik afscheid van Gerrit die meteen doorreisde naar Papua en ging mee met Pak Frans, de chauffeur van Wisma PGI. Om even over half zeven kwamen we daar aan en kon ik eten, douchen en slapen. Maar eerst nog even contact gehad met Marianus en Mariam.
 
Ik had de wekker op acht uur gezet maar werd om kwart over zeven ruw gewekt door het Indonesische mobieltje: Yefta van SETIA om mij welkom te heten (toen hij doorkreeg dat hij mij uit de slaap wekte, legde hij meteen op en vanmorgen bood hij uitgebreid excuses aan). Even later een belletje van Bina Kasih of ik inderdaad was aangekomen en die morgen zou langskomen. Geen tijd dus om te acclimatiseren. Meteen aan de slag. Na het ontbijt ben ik, opnieuw met de auto van PGI, naar Bina Kasih gereden. Daar heb ik gepraat met het leidende drietal en afspraken gemaakt voor de presentatie 's avonds in de Gereja Santapan Rohani di Indonesia. Die presentatie ging over mijn boek Kitab Suci - untuk Kita!, met als onderwerp voor deze avond: 'Hoe lees je de bijbel?'
 
Vanmorgen ben ik op de (tijdelijke) locatie van SETIA geweest waar de M.Div-opleiding plaatsvindt, vlakbij de boekwinkel van BPK. Van buiten lijkt het een onooglijk gebouw (zonder ramen!), maar binnen valt het toch niet tegen. Daar tref ik verschillende bekenden, onder wie Yefta. Ook ontmoet ik Dick Mak. Ik hoor veel over de locatie-troubles. Tot nu toe is er van de toegezegde hulp van de overheid niet veel terechtgekomen. Er is maar weinig uitzicht op een nieuwe locatie. Net gisteren is duidelijk geworden dat de mogelijke aankoop van een lap grond niet kan doorgaan. Zou men misschien denken: als we ze zo verspreid houden, gaan ze vanzelf wel uitelkaar? Het probleem oplossen door het te laten voortduren? Morgen komt iemand van SETIA mij ophalen voor een rondrit langs de verschillende locaties. Triest om te moeten zien hoe uiteengeslagen ze zijn, maar mooi om te constateren dat ze ondanks alles volhouden: binnenkort vindt er een diploma-uitreiking plaats en er worden in juli ook nieuwe studenten aangenomen.

Bij BPK koop ik een paar pasverschenen boeken. Daarna praat ik met enkele mensen van de uitgeverij. De uitgave van Sejarah GGRI is klaar en kan worden afgewerkt. De uitgave van Terpanggil untuk Mengaku Iman kan hopelijk nog dit jaar plaatsvinden.
Terug bij Wisma PGI ga ik eerst maar eens eten. Het is intussen drie uur.
 
Het is goed om hier te zijn en allerlei bekenden weer te zien. Ook de zaken gaan veel sneller via een gesprek dan via de mail. Want meteen reactie.
 
De komende dagen staan vooral in het teken van bezoeken aan LITINDO-medewerkers en SETIA-vrienden.

zaterdag 30 mei 2009

Pinksterfeest

Vandaag moet er nog wel het een en ander gebeuren aan laatste reisvoorbereidingen, maar het is wel een relaxte dag. Alles wat mee moet, ligt klaar. En het weer is heel geschikt om alvast wat te wennen aan de tropische temperaturen in Jakarta.
 
Morgen nog een drukke dag in Onnen. Het is Pinksteren. Dat alleen al is reden om extra aandacht te geven aan de kerkdiensten. Het wordt helemaal een feestelijk gebeuren omdat twee jongelui openbare geloofsbelijdenis gaan afleggen. Mijn preek zal gaan over Handelingen 2:4a en 17-18, met als thema: "Wij allemaal vol van de Geest! Dan nu: profeteren!" Het kan niet anders of wie vol is van de Geest, die laat dat ook merken. Iedere christen is getuige en profeet. Geloof is per definitie zichtbaar en hoorbaar. Het verandert de wereld.
 

maandag 25 mei 2009

Reisvoorbereiding


Vandaag over een week hoop ik te vertrekken voor mijn jaarlijkse LITINDO-werkreis naar Indonesia. De reis voert dit jaar naar Jakarta, Denpasar (Bali), West-Papua, Surabaya en weer Jakarta. In Jakarta moet weer worden overlegd met uitgevers en vertalers. Natuurlijk ga ik ook SETIA een bezoek brengen. Op de STT Johanes Calvin in Denpasar ga ik een cursus geven aan de docenten over de methode van exegese. En op Papua hoop ik, samen met mijn Indonesische collega Marianus Waang van SETIA, enkele miniseminars te geven over het onderwerp 'Gods voorzienigheid tegenover magie en toverij'. Op de terugreis naar Jakarta ga ik via Surabaya om met de uitgeverij Momentum contact te hebben.

De reis duurt van 1 juni tot 18 juli. Deze week is er nog van alles te doen: een familiedag, een verjaardag, een huwelijksjubileum. En last but nog least het Pinksterfeest met Openbare Geloofsbelijdenis in de GKv van Onnen.