Vorige week maandag, 7 juni 2010, kregen Yusup en Warni Lifire een vierde kind: Yoel Chrysostomus. De geboorte verliep niet zonder problemen. De navelstreng zat om de hals gewikkeld waardoor het kind bij de geboorte dreigde te stikken. De dokter heeft de navelstreng doorgeknipt zodra het hoofdje tevoorschijn kwam. Daarna verliep de geboorte verder zonder problemen. Het duurde even voor Yoel geluid gaf, maar Goddank, alles is goed met hem: een prachtige, gezonde zoon. Hij heeft alleen nog - tijdelijk - een korstje op zijn rug. Door de weinige ruimte heeft de dokter hem ook een beetje in zijn rug geknipt. Moeder en zoon maken het goed. Vader Yusup is trots. En Daniel, Christi en Joshua zijn blij met hun broertje. Hij draagt een mooie naam, een getuigenis: De HEER is God. We wensen hem de betekenis van zijn tweede naam toe: een gouden mond.
Impressies van werkreizen voor LITINDO - LIteratur Teologi dalam bahasa INDOnesia
dinsdag 15 juni 2010
zondag 13 juni 2010
Doe mij maar de GKJTU
Van maandag tot zaterdag (7-12 juni) ben ik in de stad Salatiga geweest voor een bezoek aan de Christelijke Kerk van Noord-Midden-Java, de GKJTU (Gereja Kristen Jawa Tengah Utara). De vliegreis van Jakarta naar Semarang duurt nog geen uur en de autorit vandaar naar Salatiga ruim een uur. Ik was nog nooit in deze regio geweest. Een nieuwe ervaring dus.
De GKJTU is een orthodoxe kerkgemeenschap van zo'n 20.000 leden. De gemeenten zijn over het algemeen klein, maar heel actief. Vanuit het synodekantoor worden allerlei activiteiten ontplooid en aangestuurd, al of niet in samenwerking met een buitenlandse partner, zoals de GZB, de HGJB en Tear, en de UEM (Wuppertal). Vanuit de GKJTU worden landbouwprojecten georganiseerd, er draait een voorlichtingsprogramma inzake HIV/Aids en een programma om de gastvrijheid (keramahtamahan) nieuw leven in te blazen. Vanuit de UEM is Christian Gossweiler werkzaam in de GKJTU, en vanuit de GZB gaat Christiaan Visscher er binnenkort aan het werk. Voor LITINDO is de GKJTU vooral interessant vanwege de Aanvulling die deze kerken hebben gemaakt op de Heidelbergse Catechismus, de Pelengkap Katekismus Heidelberg, waarin – in vraag/antwoordvorm – wordt ingegaan op het leven als christen in de lokale cultuur en godsdienstige verscheidenheid, maar ook in de moderne wereld met z'n economische en technologische ontwikkelingen. Een gereformeerde geloofsbelijdenis die ingaat op het dagelijkse leven van de belijdende gemeente hier en nu.
Een aantal van die projecten heb ik mogen bezoeken: het biologische landbouwproject in Cuntel op de helling van de – niet-actieve – vulkaan Merbabu, het koeien-microkrediet in Tayaman (gelinkt aan het vorig mbt biologische bemesting), en het biogasproject in Getasan (ook gekoppeld aan het vorige). Via deze projecten die stuk voor stuk passen in de lokale situatie wil men een christelijk getuigenis aan de bevolking geven over een verantwoord beheer van de schepping. Pesticiden en chemicaliën maken de grond kapot. De groenten zijn in feite ongezond voor de mens. En door het kappen van de bossen, oa voor brandhout, raakt de natuur uit balans. Dus: terug naar de natuur. God heeft de mens opgedragen de aarde te ontplooien, niet in de zin van vernielen en opmaken maar in de betekenis van volmaken (in dubbele zin). Het valt nog niet mee deze projecten te laten aanslaan, maar men is gemotiveerd om ermee door te gaan. Zo worden 2x per week in Salatiga in een kraampje gewoon aan de kant van de weg de biologische groenten verkocht.
Ik ben ook te gast geweest bij PERCIK (Persemayan Cinta Kemanusiaan, kweekplaats voor liefde voor de mensheid), een instantie waar men werkt aan de ontwikkeling van 'lokale theologie'. Men bestudeert er de lokale cultuur (een gastenhuis en uitgebreide bibliotheek zijn beschikbaar voor mensen die daar onderzoek willen doen). Wat is er van die cultuur te leren en hoe kan die in de kerk en in het christelijk leven gestalte krijgen? Best leerzaam voor het dogmatiekproject van LITINDO. Momenteel werken Jasper Slob en zijn vrouw (PKN/Kerkinactie) mee in dit project. Het is een project van de GKJ (Gereja Kristen Jawa), maar de GKJTU is erbij betrokken. Dat bleek ook duidelijk tijdens het seminar (zie hieronder) dat werd begonnen met een ibadah (eredienst) die inhoudelijk voluit gereformeerd was, maar in Javaanse setting. Echt heel mooi en indrukwekkend.
De bezoeken aan de diverse projecten leverden mij heel bruikbare gegevens voor het hoofdstuk over schepping en voorzienigheid in de door LITINDO uit te geven 'Beknopte gereformeerde dogmatiek in de Indonesische context'. Ik heb dus veel ontvangen. Ik heb ook wat mogen terugdoen. Op donderdag begon een driedaags seminar. De eerste dag hiervan heb ik mogen invullen, met 's morgens een inleiding in en discussieronde over 'ons leven hier en nu onder Gods voorzienigheid' en 's middags/'s avonds een uiteenzetting en verschillende vraag/antwoordrondes over de catechismusprediking. Het ging 's middags nog vrij algemeen over preekvoorbereiding en –presentatie (waarbij de predikers uiteraard de verantwoordelijkheid hebben om heel Gods Woord te verkondigen en dat zo duidelijk en praktisch mogelijk), maar 's avonds ging het echt over het houden van catechismuspreken (concreet HC 10 / Psalm 130). Veel aanwezigen kwamen tot de ontdekking – "we zijn bekeerd," zeiden ze zelf – dat de catechismus en haar aanvulling geen dorre dogmatische uiteenzettingen hoeft op te leveren, maar juist uitnodigt tot superpraktische geloofsadviezen aan de gemeente.
Terug in Semarang liet ds Juwarisman van de GKJTU van Zuid-Semarang mij het een en ander van deze oude stad zien. Hij had mij eerst vlakbij zijn huis ondergebracht in een hotel uit de Nederlandse tijd maar prachtig gerenoveerd. Op onze stadstoer kwamen we ook bij het Stadium Injil (Evangeliestadion) van de JKI (Jemaat Kristen di Indonesia) Injil Kerajaan (Christelijke gemeente in Indonesia, Evangelie van het Koninkrijk). Het gebouw dat op een grote sporthal lijkt biedt plaats aan 12.000 kerkgangers. De charismatische voorganger is ds Petrus Agung. Er wordt door deze Amerikaans aandoende megakerk veel sociaal werk gedaan, zoals medische zorg en tafeltje-dek-je-maaltijden voor armen, scholing van kleuterschool tot en met VWO en ook lectuurvoorziening en radioprogramma's. En dat allemaal gratis of voor een slechts symbolische vergoeding. Ze zoeken de mensen op in de dorpen tot ver in de omtrek. Veel van die mensen komen naar de kerk van JKI in Semarang. Ze worden daar niet geprest om zich te bekeren, maar wel opgewekt om Jezus in hun hart te ontvangen. In de praktijk laten na een paar jaar velen zich dopen. Een megakerk met veel uitstraling. Indrukwekkend. En toch veranderde mijn positief gestemde impressie langzaam in een gevoel van tegenzin, vooral toen me de slogan van deze JKI werd verteld: Win souls at any cost. Met andere woorden: ze kopen de mensen. Dan kun je vragen: op basis waarvan bekeren zij zich? Over rijstchristenen gesproken. Van samenwerking met andere kerken is geen sprake. Ze willen alles in eigen hand houden. De omliggende kerken worden juist langzaam maar zeker leeggezogen. Net zoals wanneer ergens een enorme supermarkt verrijst: de kleine buurtwinkels in de omgeving gaan failliet.
In vergelijking met die megakerk is de GKJTU niet meer dan een kaki lima (een rijdend restaurantje) aan de kant van de weg. Wat daar allemaal gebeurt, het is elke dag weer een pergumulan (worsteling) en het breekt hun nogal eens bij de handen af. Maar ze leven niet in onzekerheid. Ze zijn ervan overtuigd dat God met hen is. Ze prijzen God om zijn gratis verlossing. Dat is hun getuigenis naar de wereld om hen heen. Doe mij daarom maar de GKJTU! Een kerk om blij mee te zijn en een gastvrije relatie mee te hebben.
zondag 30 mei 2010
Zondag in Kupang
Vandaag is het zondag. Maar geen 'zalig nietsdoen' voor mij en in alle rust de kerkdiensten bijwonen, want ik ben uitgenodigd om voor te gaan, 's morgens in de eredienst van de GGRM (Gereja-Gereja Reformasi Musyafir, ds Eli Fangidae) in de Galileakerk en 's middags in de kerkdienst van de GGRI (Gereja-Gereja Reformasi di Indonesia, ds Madah Biha) in de wijk Bakunase/Labat. In beide kerken, die al sinds lang min of meer een zusterkerkrelatie met elkaar hebben (niet zonder ups and downs), heb ik al vaker gepreekt.
Ik heb in de voorbije dagen al weer heel wat beleefd aan activiteiten. Afgelopen woensdag ben ik in Kupang aangekomen. Donderdag heb ik mijn eerste lessen gegeven aan de STAK (Sekolah Teologi Agama Kristen) waarvan ds Edward Dethan de directeur is. Deze school heeft net een nieuwe campus betrokken in het heuvelland bij Noelbaki/Tilong (met een grandioos uitzicht over de baai waaraan Kupang ligt), een kilometer of 15 oostelijk van Kupang, richting So'e. Het secretariaat van de school is nog wel in Kupang, maar de studenten zitten nu op een veel geschiktere locatie dan in de drukte van de stad. Behalve de lessen die over het hetzelfde onderwerp gaan als in Waingapu – en ook hier stellen de ongeveer 60 studenten veel vragen – zijn er de gesprekken met Pak Edward en zijn collega's, Pak Dominggus die is opgeleid aan de STTJC op Bali en Pak Kris Nguru die destijds veel bij de Knigges over de vloer kwam.
Gisteren, zaterdag, heb ik opnieuw lesgegeven op de STAK. Op vrijdag niet, want toen werd er een seminar gehouden in de kerk van de GGRI in Bakunase over Gods voorzienigheid, "In tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar" (Heid. Cat., Z 10). In enkele sessies heb ik aan de ruim 100 aanwezigen – onder wie heel wat studenten van de STAK – uitleg gegeven over Gods verzorging en regering over de schepping in het algemeen en over zijn volk in het bijzonder. Men heeft ook in groepjes een aantal opdrachten besproken. En van de gelegenheid om vragen te stellen werd veel gebruik gemaakt. In de pauzes had ik de kans oude bekenden te spreken, zoals Ibu Ragalawa (haar man was destijds mijn collega-docent aan de STM in Boma, Papua) en Ibu Rihibiha (bij wie we tijdens ons bezoek aan Sabu destijds hebben gelogeerd). En ook trof ik twee dochters Ragalawa die destijds ook op Sabu waren, Ibu Tali en Ibu Mamo, om de gastvrouw de helpende hand te bieden. Pak Windi, voorganger in de GGRI Kupang naast ds Madah Biha, is ook altijd wel in voor een gesprek over een of ander theologisch onderwerp. Al met al een bijzonder geslaagde dag die anderhalf uur langer duurde dan de bedoeling was.
Maar vandaag is het zondag. De dienst in de Galileakerk begint om acht uur. Ik zou op tijd worden opgehaald, zodat we vantevoren de liturgie nog konden doornemen, maar de auto van de fam Fangidae rijdt pas tegen achten voor. In de kerk – met uitzicht over de baai, door Pak Isak betiteld als 'het Meer van Galilea' – zit men al te wachten. Tijd om de liturgie nog goed door te nemen is er niet meer. Het moet maar lopen, zoals het loopt. En dat doet het. Ik ga mijn gang en laat het rustig over mij komen, wanneer er ineens voor mij onverwachte dingen gebeuren. De gemeente – een paar honderd mensen – doet enthousiast mee. Twee keer treedt het gemeentekoor op. En naar mijn preek over Hand. 22:17-21 wordt goed geluisterd. Niemand maakt zich druk over de lengte van de dienst, want na de dienst heeft niemand haast om naar huis te gaan. Ik praat nog wat na met verschillende mensen. Dan nodigt Ibu Fangidae me uit om koffie te drinken. Gezellig. We doen dat niet bij haar thuis, maar in Restaurant 'Borneo', vlak bij mijn hotel. Ook de beide voorgangers, Pak Isak en Pak Ed, zijn van de partij. Er is een geweldige keus aan koekjes en snacks. Zo zitten we een uurtje gezellig bij elkaar, 'ngopi ngobrol'. Pak Isak vertelt me over de kerkelijke situatie: de samenwerking tussen de GGRI en GGRM is nu weer goed. Hij hoopt dat dit zo blijft en dat de komende Synode van de GGRI NTT dit ook officieel zal uitspreken.
We nemen afscheid met een 'tot ziens'. Het was goed toeven bij deze geloofsgenoten. Ik vind dat op elke reis weer heel indrukwekkend. Er zijn zoveel verschillen in taal, cultuur en huidskleur, maar wat geeft Christus toch een fijne geloofsgemeenschap, wereldwijd.
Datzelfde ervaar ik 's middags ook in en rond de kerkdienst van de GGRI in Bakunase/Labat. Collega Madah Biha komt me op tijd ophalen, zodat we nog mooi samen de liturgie kunnen opstellen. Het is opnieuw een mooie eredienst, met daarna gezellig napraten en foto's maken.
Later ga ik eten in het hotelrestaurant. Ik ben de enige gast. Met de bediende raak ik aan de praat over christen zijn in het dagelijks leven. Zij is lid van de GMIT, de protestantse kerk van Timor. Maar, zo te horen, is ze bepaald niet randkerkelijk en ook niet vrijzinnig. Ze is betrokken bij het zondagschoolwerk in de gemeente en zingt ook wel mee in het kerkkoor. Veel mensen zijn heel oppervlakkig christen en zijn haast niet te onderscheiden van niet- of andersgelovigen. Dat klopt niet, vindt ze. De mensen moeten aan jou kunnen zien en horen dat je christen bent. Je moet toch een duidelijk getuigenis geven. En zo zegt iemand, die mijn preken vandaag helemaal niet gehoord heeft, toch precies hetzelfde, en probeert dat ook te doen in haar leven. Mooi is dat.
donderdag 27 mei 2010
Aanpakken op Sumba
Drie dagen moest ik op Bali wachten voor ik kon doorreizen naar Sumba. Dit gedwongen verblijf op Bali heeft ook nog zijn goede kant gehad: zo kreeg ik volop de gelegenheid om de aanval van koorts, verkoudheid en diarree die me overkwam rustig te boven te komen. Toen ik vrijdagmiddag op Sumba aankwam, was ik weer aardig op de been. Fit genoeg om te werken. Ik hoopte in de paar dagen die ik op Sumba had, toch nog veel te kunnen doen. En dat is gelukt ook. Hoewel zich ook op Sumba weer vertragingen voordeden door 'operational reasons'.
Met Pak Pila was ik al overeengekomen dat ik me zou concentreren op een van de twee afgesproken onderwerpen, de systematische exegese (volgens het stappenproces in Kitab Suci – untuk Kita!) van een hoofdstuk uit Handelingen (als field testing van de Indonesische vertaling van het boek van C. vd Berg, Proces om de volken, die begin volgend jaar door Bina Kasih zal worden uitgegeven). Het andere onderwerp, enkele lessen dogmatiek over 'de voorzienigheid van God in de Sumbanese context', zou ik laten liggen.
Diezelfde avond ben ik van start gegaan. Nog onderweg van het vliegveld naar het hotel in Waingapu belde Pak Pila al op of ik om vier uur kon beginnen. En dat terwijl het, toen hij opbelde, al over drieën was. Dat leek me niet haalbaar. We spraken af dat hij me tegen zessen zou komen ophalen. Maar goed ook, want het duurde haast een uur voor ik in het hotel alles op orde had en me eindelijk kon gaan douchen en wat kon gaan eten. Dat laatste moest trouwens buiten de deur bij Eethuis "Nazareth" of bij "Mr Café".
Ik heb lesgegeven op vrijdagavond en daarna van maandag tot woensdag. Ook op maandagavond stond er een sessie op het programma, maar toen ik al zo'n beetje klaar stond om naar school te gaan, kreeg ik een sms'je van Pak Pila: er is vanavond geen electriciteit in de wijk waar de kerk/school staat. Door overbelasting van het net, worden de buitenwijken van Waingapu bij toerbeurt een avond afgesloten. Er wordt dan wel lesgegeven bij Pak Paulus thuis, maar die zat deze avond ook zonder stroom. Dinsdag er dus maar flink hard aan getrokken, 's morgens en 's middags, tot over zessen. En toen gegeten bij Paulus en zijn Australische vrouw Isabel. Ze runnen een compleet internaat van bijna 20 kinderen uit de GGRI in het binnenland. Ze hebben zelf een baby, Ruth, van enkele maanden oud. Woensdagmorgen heb ik de lessen afgerond. Daarna terug naar het hotel en naar het vliegveld om naar Kupang te vertrekken.
Het waren een paar hectische dagen, maar ik heb genoten van het lesgeven en ook van de gesprekken tussendoor. De 12 studenten deden actief mee en gaven veel respons. We hebben het hele exegeseproces doorgenomen aan de hand van Handelingen 22, mn de verzen 17-21. De studs mogen graag discussiëren en hebben daardoor nog wel eens de neiging uit te weiden of zelfs elementen in de tekst in te lezen. Ik heb daarom aandacht gevraagd voor wat in 2 Ptr. 1:20-21 wordt benadrukt: de Schrift uitleggen naar de bedoeling van de Auteur. De betekenis 'uitlezen'. Oppassen dus met bijvoorbeeld te menen dat Paulus' gevangenneming een straf was (eigen schuld), omdat hij naar Jeruzalem was teruggekeerd, terwijl Koning Christus hem daar juist had weggestuurd (20 jaar geleden).
Toch was er ook nog wel de nodige ontspanning. Zaterdagmiddag werd ik opgehaald door Pak Makabunang voor een bezoek aan Wai Marangu, waar de opleiding eerst was en waar ik ook regelmatig heb gelogeerd. Omdat de auto niet helemaal in orde was en daarom naar de garage moest, vertrokken we ipv om half één pas om half vijf en kwamen we aan toen het al donker was. Mooi om Kapala en Oi weer te zien. Hun tweede kind – ze hebben er net een derde bij – werd geboren op de ochtend van de dag dat ik uit Wai Marangu vertrok, drie jaar geleden. Ik heb toen nog foto's van de baby gemaakt. Laat ik nu precies op dezelfde datum in Wai Marangu terugkomen: het kind vierde die dag haar derde verjaardag. Geweldig.
Zondag hebben we het Pinksterfeest gevierd. Er zaten ongeveer 25 mensen in het kerkje van Wai Marangu. Mehang Paratu ging voor (dat doet hij al sinds jaar en dag; ik weet niet anders). Hij hield een degelijke preek, maar fixeerde zich wel wat teveel, vond ik, op onze natuurlijke onwil om daadwerkelijk tot bekering te komen. Het ging er op de Pinksterdag juist om dat, door de kracht van de Geest, veel mensen dat wel deden. Het oogstfeest van geloof en bekering had best meer aandacht mogen krijgen (en de stemming beheersen). Als er een van aanpakken weet, dan wel de Geest! Dat werkt aanstekelijk.
maandag 17 mei 2010
Vast op Bali
Het was me trouwens een gedoe om een nieuwe ticket te krijgen. Van de internationale terminal moest ik naar die van de binnenlandse vluchten een eind verderop. Bij het loket van Merpati stuurden ze me naar de incheck-counters in de vertrekhal. Dus alle bagage moest door de scan. En toen ging ik van Merpati naar Batavia Air en weer terug. Service van Merpati, ho maar. Ik moest het zelf maar regelen. Eindelijk klaar. Diepe zucht.
Vervelen hoef ik me niet. Ik heb genoeg werk bij me. En ik ga ook maar es even de STTJC bezoeken waar ik vorig jaar een seminar heb gegeven. Een uitstapje naar de rijstterrassen of de vulkaan (deze rookt gelukkig niet) is natuurlijk ook wel aardig. Ik maak er wel wat van. Het is wel weer duidelijk: in dit land moet je klaar staan om te improviseren.
zondag 16 mei 2010
Blij en enthousiast in Jakarta
(De foto is gemaakt door Corien Oranje: Namens de GZD mocht ik de verjaardagstaart mee aansnijden en daarbij een gebed uitspreken. Moge de Heer SETIA een gezegend nieuw jaar geven en uitkomst op verschillende vlakken.)
maandag 26 april 2010
Werkreis 2010
Ook dit jaar ga ik weer voor LITINDO op werkreis naar Indonesia, en wel – als God wil – van 10 mei tot 22 juni. De eerste en de laatste week verblijf ik in Jakarta voor tal van werkzaamheden:
• overleg met de uitgevers. Bij ‘Bina Kasih’ (YKBK) liggen twee manuscripten die moeten worden uitgegeven. Het ene is een door ds Gerrit Riemer verzorgde vertaling van Roep Mij aan! (een boekje over het gebed) en het andere een beknopte bijbelverklaring op het boek Handelingen, Proces om de volken, waarvan ik de vertaling heb klaargemaakt. Ik ga er nog een derde manuscript inleveren, het boekje Gereformeerde Kanoniek, geschreven door ds Daan Zandbergen. Ook bij de uitgeverij ‘Gunung Mulia’ (BPK) liggen twee uit te geven boeken, een boek van ds Jaap Groen over belijdenissen en het Candlestand Statement, een uitgave van IRTT/DVN. Er staan dus weer vijf nieuwe boeken op stapel. En er is begin dit jaar ook al een boek verschenen, nl Het lezen van de bijbel van dr Jakob van Bruggen. Ook daarvan heb ik de vertaling verzorgd.
• overleg met vertalers. Vorig jaar is LITINDO’s vertaalster, mw Amsy Susilaradeya, overleden. Zij heeft veel boeken voor LITINDO vertaald. Daarnaast zijn Mariam, de vrouw van Marianus Waang, en Warni, de vrouw van Yusup Lifire (die in Kampen NL de opleiding tot M.Th. hebben gevolgd) aan het vertalen. Warni vertaalt een dagboekje voor kinderen. Mariam is met verschillende projecten bezig, nl met de vertaling van Adrian Verbree, Over dopen, en met de omwerking van enkele scripties.
• overleg met Marianus Waang. LITINDO is bezig met de uitgave van een boek over ‘gereformeerde geloofsleer in de Indonesische context’. Marianus Waang heeft de taak om dit boek in de Indonesische cultuur te plaatsen. Dat is een hele klus en bepaald niet gemakkelijk. Het is belangrijk om daarover goed door te praten.
• bezoek aan SETIA. Natuurlijk hoop ik ook SETIA te bezoeken op de twee tijdelijke locaties waar ze momenteel verblijven. Daar zal ik dan ook wel weer heel wat bekenden ontmoeten, o.a. de familie Dick en Corien Mak.
• presentatie van LITINDO. Ik heb een uitnodiging van de Theologische Hogeschool ‘Moria’ om daar op Hemelvaartsdag te komen en LITINDO te presenteren na de kerkdienst op de campus. Er gaat een set van alle boeken mee.
Op 17 mei reis ik door naar Bali en op 18 mei naar Sumba voor het geven van lessen exegese en/of geloofsleer op de Theologische Hogeschool van onze zusterkerken daar. De exegese zal gaan over het pasverschenen boek Het lezen van de bijbel, met daarbij voorbeelden uit het vertaalde boek over Handelingen. En de lessen geloofsleer zullen gaan over schepping en voorzienigheid, mn over engelen en boze geesten. Van Sumba gaat de reis verder naar de stad Kupang. Ik hoop twee seminars te geven bij onze zusterkerken daar. En als het lukt, maak ik vanuit Kupang nog een uitstapje van een paar dagen naar het eiland Alor, de geboorteplaats van Marianus, Mariam en Yusup. Ook daar staan een seminar gepland en een presentatie van LITINDO. Al die lessen en seminars staan in het teken van field testing, het uitproberen van hier geschreven of vertaald lesmateriaal in de praktijk. Als het aanslaat, kan het worden uitgegeven. En anders moet er nog weer aan gewerkt worden.
Op de terugweg naar Jakarta maak ik een stop van enkele dagen in Salatiga (Midden-Java) voor een bezoek aan de Christelijke Kerk van Java. Deze kerk heeft net als onze kerk de Heidelbergse Catechismus als belijdenisgeschrift. Onlangs heeft men een aanvulling op de Catechismus gemaakt en op de synode aangenomen waarin – in vraag/antwoord-vorm – wordt ingegaan op de Javaanse cultuur. Dat is niet alleen interessant, maar ook heel leerzaam, bijvoorbeeld voor het boek over geloofsleer waarmee LITINDO bezig is.
Ik eindig weer in Jakarta voor vervolgoverleg, of om te doen wat op de heenreis niet gelukt is. Het is de bedoeling dat ook Anita Helder van de Voorlichtingscommissie van de GZD die week in Jakarta is om de sfeer te proeven van het LITINDO- en SETIA-werk. Zij gaat SETIA bezoeken en de families Waang en Lifire. En ze gaat vast ook met mij mee naar de verschillende uitgevers.
Zes weken is een hele periode, maar de tijd vliegt altijd om. Maar zo’n reis geeft wel altijd een dubbel gevoel, want Atsje en Jos (en ook Wemke en Reinder) blijven hier. We hopen en bidden dat, onder Gods bescherming, hier én daar alles goed mag gaan.
HV / Paheng
www.litindo.org.